Momenten

“Zeg: O God, mijn God! Tooi mijn hoofd met de kroon van gerechtigheid en mijn slapen met het sieraad van rechtvaardigheid. Gij zijt waarlijk de Bezitter van alle gaven en weldaden.”

“O God, my God! Attire mine head with the crown of justice, and my temple with the ornament of equity. Thou, verily, art the Possessor of all gifts and bounties.”

“Gij vriendelijk Heer! Deze liefelijke kinderen zijn het werk van de vingers van Uw macht en de wondere tekenen van Uw grootheid. O God! Bescherm deze kinderen, help hen door Uw genade om opgeleid te worden en stel hen in staat dienstbaar te zijn aan de mensheid. O God! Deze kinderen zijn parelen, laat hen gekoesterd worden in de schelp van Uw goedertierenheid.
Gij zijt de Genadige, de Liefderijke.”

“O Thou kind Lord! These lovely children are the handiwork of the fingers of Thy might and the wondrous signs of Thy greatness. O God! Protect these children, graciously assist them to be educated and enable them to render service to the world of humanity. O God! These children are pearls, cause them to be nurtured within the shell of Thy loving-kindness.
Thou art the Bountiful, the All-Loving.”

“O Heer! Bij U zoek ik mijn toevlucht en naar al Uw tekenen richt ik mijn hart.
O Heer! Op reis of thuis, tijdens mijn bezigheden of op mijn werk, vertrouw ik geheel op U.
Verleen mij dan Uw toereikende hulp zodat ik onafhankelijk van alle dingen word, o Gij die onovertroffen zijt in Uw barmhartigheid!
Schenk mij mijn deel naar Uw behagen, o Heer, en laat mij tevreden zijn met al hetgeen Gij voor mij hebt bestemd. Aan U is het absolute gezag te bevelen.”

“O Lord! Unto Thee I repair for refuge, and toward all Thy signs I set my heart.
O Lord! Whether traveling or at home, and in my occupation or in my work, I place my whole trust in Thee.
Grant me then Thy sufficing help so as to make me independent of all things, O Thou Who art unsurpassed in Thy mercy!
Bestow upon me my portion, O Lord, as Thou pleasest, and cause me to be satisfied with whatsoever Thou hast ordained for me. Thine is the absolute authority to command.”

“Duisternis omringt ieder land, o mijn God, en doet de meesten Uwer dienaren beven. Ik smeek U, bij Uw Allergrootste Naam, in iedere stad nieuwe schepselen te doen opstaan die zich tot U zullen keren en U onder Uw dienaren zullen gedenken, die krachtens hun woorden en wijsheid het vaandel van Uw zege zullen ontplooien en die zich zullen losmaken van al het geschapene.
Machtig zijt Gij te doen naar Uw behagen. Geen God is er dan Gij, de Almogende, Hij Wiens hulp door alle mensen wordt afgesmeekt.”

“Darkness hath encompassed every land, O my God, and caused most of Thy servants to tremble. I beseech Thee, by Thy Most Great Name, to raise in every city a new creation that shall turn towards Thee, and shall remember Thee amidst Thy servants, and shall unfurl by virtue of their utterances and wisdom the ensigns of Thy victory, and shall detach themselves from all created things.”

---

“Uw Naam is mijn genezing, o mijn God, en het U gedenken is mijn medicijn. U nabij te zijn is mijn hoop, en liefde voor U is mijn metgezel. Uw erbarmen met mij is mijn genezing en mijn steun in deze wereld en in de wereld die komen gaat. Gij zijt waarlijk de Almilddadige, de Alwetende, de Alwijze.”

“Thy name is my healing, O my God, and remembrance of Thee is my remedy. Nearness to Thee is my hope, and love for Thee is my companion. Thy mercy to me is my healing and my succor in both this world and the world to come. Thou, verily, art the All-Bountiful, the All-Knowing, the All-Wise.”

“Wees voor ieder stuk weiland een regen van weldadigheid, voor elke boom het water dat leven geeft; wees zo zoet als muskus voor de zintuigen van de mensen en wees een frisse weldoende bries voor hen die ziek zijn.”

“To every meadow be a shower of grace, to every tree the water of life; be as sweet musk to the sense of humankind, and to the ailing be a fresh, restoring breeze.”

The End